Onze tweede wandeling is van Deia naar Port de Sóller.
De totale lengte van de wandeling is 16 km.
We worden opgehaald met een auto en naar het startpunt gebracht.
Het eerste deel van de route loopt dalend richting de zee.
De baai van Cala Deia is wonderschoon.
Grillige rotsen omringen het blauwe water.
Het pad gaat omhoog langs de baai door een bos.
We volgen nu een pad langs de kust.
Er staat geen wind en er zijn geen golven.
De zon schijnt, de lucht is blauw, wat wil je nog meer.
Het uitzicht op de door erosie gevormde rotsformaties en de zee is heel mooi.
We lopen nog in de schaduw omdat de bergen de zon nog tegenhouden.
Het gebied waar we doorheen lopen is heuvelachtig en erg mooi.
Op sommige plekken is zichtbaar dat het regenwater in de winter voor erosie zorgt.
Op stukken van het pad waar we langs een afgrond moeten, zijn afrasteringen gemaakt van boomstammen en takken.
Na het bos met de mooie dennen en steeneiken, verandert de begroeiing.
We lopen over paden tussen de sinasappelbomen.
Als je wat hoger in de bergen bent op een mooie zonnige dag, is het uitzicht fantastisch.
Het is september maar alles is nog groen.
Hier is wel zichtbaar dat er bij sommige wandelingen flink geklomen en gedaald wordt.
De sinasappelbomen zijn overgegaan in olijfbomen.
Het is al weer iets later op de dag en de zon brandt behoorlijk dus een pet dragen is geen luxe.
Het wordt tijd voor een rustpauze en een broodje.
De olijfgaard op het plateau van Muleta Gran kent diverse eeuwenoude exemplaten met dikker, sterk verwrongen stammen.
De bomen zijn echt heel bijzonder van vorm.
Na zo'n 12 kilometer gelopen te hebben, zien we de baai van Port de Sóller liggen.
Er volgt nog een afdaling over dalende paden, soms stenig, soms zand, naar het dorp.
